|
14-05-2008. |
De ontkenning van de holocaust en van de jihad: een vreemde parallel Gepubliceerd in De Vernieuwing, Uitgave van de Prof. Dr. W.S.P. Fortuyn Stichting, het Wetenschappelijk Bureau van de Lijst Pim Fortuyn, 17 november 2006 'Integratie vooral probleem voor autochtonen' - dat is de kop van de voorpagina van de Nederlandse kwaliteitskrant(red.?) NRC Handelsblad van 4 november 2006. Heel wat lezers zullen boos of verbaasd zijn geworden over die triomfantelijke krantenkop, zeker een groot deel van de Turkse en Marokkaanse huisvaders die zich terecht ernstig zorgen maken om de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. Alle lijstjes waar je niet bovenaan moet staan, worden immers aangevoerd door allochtonen. Werkeloosheid, criminaliteit, gezondheid, schoolverlating, huisvesting, gezondheid, en dan nog de al dan niet echte discriminatie. Als dát geen probleem is voor de allochtonen, wat dan nog wel? En als dat geen integratieprobleem is, wat is het dan wel? 'Ach, het is de NRC maar,' is natuurlijk de verstandigste reactie op zo'n idiote krantenkop. Had de NRC niet ook zo'n onvergetelijk commentaar over Pim Fortuyn op de dag dat hij vermoord werd? Wie de misselijke onzin van de NRC gelijkmoedig naast zich neerlegt, verdient natuurlijk ieders bewondering. Toch is er hier wel degelijk iets heel naars aan de hand. Het blijkt keer op keer dat de Nederlandse politiek correcte elite waar de NRC voor schrijft, denklui is en de waarheid vreest. Er wordt maar raak gekletst, en ja, Pim Fortuyn die daar wel eens wat van zei, die is er niet meer. Wat te denken van een denkbeeldige krantenkop als: 'Moord op Theo van Gogh vooral probleem voor Theo van Gogh'? Zou de domme harteloosheid daarvan wel tot de lezers doordringen? Tegelijkertijd nemen al die keurige en welopgevoede mensen die in Nederland de NRC lezen, het de moslims hevig kwalijk dat de islamitische wereld aan een rare misvatting lijdt. De goedgedocumenteerde Duitse poging om in de jaren veertig de joden uit te roeien wordt daar domweg ontkend. De Iraanse president Ahmedinejad haalt zo nu en dan de voorpagina's met zijn ontkenningen van de Holocaust, maar het is in de islamitische wereld bijna de norm niet te geloven dat de dingen die wij de Holocaust noemen echt gebeurd zijn. Behalve als een staatshoofd het er over heeft, zijn de dagelijkse islamitische ontkenningen van de Holocaust nauwelijks nog nieuws. Alleen de aller-dappersten in de wereld van de islam durven te schrijven of te zeggen dat de Holocaust gewoon echt heeft plaats gevonden. Daar kunnen de Nederlandse leraren die bij Vaderlandse geschiedenis de Tweede Wereldoorlog maar niet meer behandelen om maar geen moeilijkheden met hun Marokkaanse leerlingen te krijgen nog een voorbeeld aan nemen. De sancties hier stellen namelijk echt niets voor vergeleken bij de sancties daar. Natuurlijk is het vooral weer te wijten aan denkluiheid en waarheidsvrees dat in de islamitische wereld door politieke en religieuze leiders de Holocaust ontkend pleegt te worden. Maar er is nog een factor. Tijdens het proces van migratie naar Europa hebben de moslims de Europeanen leren kennen als goedgelovige sulletjes, als gemakkelijk te bedotten softies, die meteen met uitkerinkjes en subsidietjes klaar staan als je maar een beetje amok durft te maken. In dit verband is het goed in herinnering te brengen hoe de foute activist Diyaab Abou Jaja op de Nederlandse tv er over opschepte dat die domme Belgen zijn geheel gelogen vluchtverhaal geloofd hebben, en hem asiel hebben verleend. Zelfs de vluchtverhalen van niet-foute migranten, broodnodige bondgenoten in de strijd, zoals de inmiddels wereldberoemde Ayaan Hirsi Ali, waren gelogen. Nee, die Europeanen, dat zijn goedgelovige, onnozele slapjanussen. Zouden zulke slapjanussen in staat zijn geweest in ongeveer zes jaar meer dan zes miljoen joden te vermoorden? Dat kan niet waar zijn, dat moet propaganda zijn die een sinister doel dient. Het moet dus wel Zionistische propaganda zijn, bedoeld om het wegjagen en mishandelen van de Palestijnen te rechtvaardigen. Europeanen in de rol van massamoordenaar? Kom nou, laat me niet lachen. Wij weten intussen dat het juist de sulletjes en de kleine bureaucraten zijn die maar al te gemakkelijk aan massamoord meewerken, maar dat inzicht is onze moslimse medemens gelukkig nog bespaard gebleven. Die denkt en weet dat de Holocaust niet heeft plaats gehad, want dat wordt hem verzekerd door boeken en kwaliteitskranten, op de tv en op de radio, ja zelfs vanaf de preekstoel in de moskee. En het sluit aan bij zijn eigen ervaringen met Europeanen. Toch is het niet zo'n goed idee om ons nu te gaan verlustigen in onze intellectuele voorsprong op de islamitische Holocaust-ontkenners. Een belangrijk en uniek verschijnsel binnen de islamitische cultuur wordt door politiek correct Europa namelijk even zeer ontkend. En het gaat hier om een verschijnsel dat niet minder belangrijk en niet minder uniek is dan de Holocaust: de islamitische jihad. Jihad is de gewapende strijd tegen de niet-moslims. De bewoners van niet-islamitische landen dienen te worden onderworpen totdat ze de superioriteit van de islam erkennen. Er zijn tientallen verzen in de koran en tientallen uitspraken van Mohammed, de profeet van de islam die dit zo stellen. Bovendien zijn er honderden bladzijden in de gezaghebbende handboeken van het islamitisch recht die de theorie van de jihad bevestigen en uitwerken. Er zijn duizenden boeken en pamfletten op de markt die deze boodschap doorgeven. Er zijn duizenden sites op internet die deze boodschap uit ten treure herhalen. Er zijn nauwelijks moslims te vinden die dit tegenspreken. Onder de moslims die dit tegenspreken bevindt zich geen enkele gezaghebbende godsdienstige leider. De moslimse schrijvers of denkers die bezwaar maken tegen het principe of de praktijk van de jihad hebben nauwelijks enige aanhang, als ze al niet gedwongen zijn in ballingschap buiten de islamitische wereld te leven. De regels van de Jihad vereisen niet dat de onderworpenen zich ook daadwerkelijk tot de islam bekeren. Ze moeten alleen de superioriteit van de islam erkennen. Het behoeft weinig uitleg dat wanneer iemand maar lang genoeg gedwongen wordt de superioriteit te erkennen van een godsdienst die hij niet aanhangt, hij die erkenning gaat internaliseren en ten slotte in arren moede maar moslim wordt. Maar helaas, de officiële theorie van de islam over Jihad beperkt zich er niet toe de vruchten van dit psychologische proces af te wachten. Ook moesten de niet-moslims een belasting aan de moslims betalen. Middeleeuwse archieven laten zien dat christenen en joden onder islamitisch oppergezag op den duur met haast niets anders meer bezig waren dan met het opbrengen van die belasting. Wie namelijk niet betalen kon, kreeg bepaald geen kwijtschelding, maar werd gemarteld tot hij betaalde of overleed. De islam kende geen loket, bemand door een vriendelijke maatschappelijk werkster, waar minvermogenden een vrijstelling konden verkrijgen. Er was maar een manier om van die belasting af te komen, en dat was moslim te worden. Verder bevat de islamitische wet een groot aantal voor niet-moslims ongunstige discriminerende bepalingen. Het eindresultaat van de Jihad en de daarbij behorende discriminatie en onderdrukking is dan ook steeds geweest dat de getroffen bevolking overging tot de islam en dat de oorspronkelijke cultuur van de getroffen bevolking is verdwenen. Het is vooral de Egyptische joodse schrijfster Bat Ye'or die dit in haar boeken heeft gedocumenteerd. Deze boeken zijn oorspronkelijk in het Frans geschreven, maar inmiddels haast allemaal in het Engels vertaald. Ze zijn nooit besproken of gerecenseerd door de NRC. Een Amerikaanse arts, Andrew Bostom, heeft in een kort geleden verschenen Engelstalig verzamelwerk van ongeveer 750 bladzijden het thema van de Jihad door de hele geschiedenis van de islam heen nagetrokken, en tientallen oorspronkelijke documenten en verslagen vertaald en laten vertalen. Het resultaat is een indrukwekkende aanklacht. De jihadstrijders hebben miljoenen mensen gedood en vernederd, tot slaaf gemaakt en verminkt, beroofd en verkracht. De kruistochten, waar elke westerling zo graag zijn excuses voor aanbiedt, vallen daarbij volledig in het niet. Het boek van Andrew Bostom is natuurlijk evenmin besproken in de NRC. Jihad heeft ruim duizend jaar groot succes gehad, en is pas gestopt met het ontzet van Wenen in 1683. Er is al vaker op gewezen dat Jihad voeren een inderdaad buitengewoon succesvolle manier van opereren is. Er is dus geen enkel motief voor moslimse leiders om de Jihad af te zweren. Sinds het ontzet van Wenen in 1683 is de overmacht van het westen zo groot geweest dat islamitische staten, in verhouding met het westen, eenvoudigweg te zwak waren. Islamitische regeringen waren niet in staat de Jihad voort te zetten zonder zichzelf in groot gevaar te brengen. Dus is de Jihad door staten toen opgehouden. Dat heeft een periode van betrekkelijke rust voor Europa opgeleverd, waar pas recent een einde aan is gekomen. Tot op de dag van vandaag is het voor staten riskant om het Westen een oorlog te verklaren. Het lot van het Afghaanse Taliban-regime en Saddam Hoessein heeft dat afdoend aangetoond. Jihad op particulier initiatief zonder dat er een regering of een hoofdstad als verantwoordelijk kan worden aangewezen, is echter een andere zaak. Sinds ongeveer 2001 is en nieuwe en andere praktijk van Jihad begonnen. Er wordt niet langer statelijke Jihad gevoerd, maar de Jihad van tegenwoordig is particuliere Jihad. Dat komt neer op guerilla en terrorisme, beide zoals wel gebleken is moeilijk te bestrijden vormen van gewelddadigheid. Individuele moslims worden tegenwoordig opgeroepen zich, ter vervulling van hun plicht tot Jihad, gewapenderhand tegen de heersende niet-islamitische regeringen en regimes te keren, waar ook ter wereld, maar vooral natuurlijk tegen de Amerikanen en de joden. De Amerikanen en de joden zijn zoals bekend in de beleving van een bepaald soort moslims immers verantwoordelijk voor alle oorlog, kwaad en onrecht dat er zich in de wereld afspeelt. Een moslim die wenst deel te nemen aan die Jihad tegen het westen of die daar propaganda voor maakt, en die tegelijkertijd de nationaliteit heeft van een westers land, maakt zich schuldig aan landverraad. Maar mogelijk denken westerse juristen daar anders over, want particuliere jihad-propagandisten lopen haast overal ter wereld vrij rond, behalve uiteraard in het Midden-Oosten. Daar weten de regeringen namelijk precies wat de islam zoal voorschrijft. Regeringen in de islamitische wereld zelf treden dan ook onbarmhartig op tegen privee-activisten die oproepen tot Jihad, zelfs al doen ze dat vanaf de kansel in de moskee. Vandaar dat predikanten als Fawwaz Jneid, afkomstig uit Syrië en werkzaam in Den Haag, niet in hun vaderland mogen preken. Propaganda voor de Jihad tegen de vijanden van God en de islam is lang niet altijd subtiel. De Haagse imam Sheikh Fawwaz Jneid heeft zoals sinds oktober 2006 bekend is er in 2004 toe opgeroepen dat Gods wil zou geschieden ten aanzien van Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali. Het moordzuchtige geschreeuw van de imam zou je eerder verwacht hebben in de clubkroeg van Hell's Angels dan in een godshuis. Inderdaad, een engel uit de hel. Fawwaz heeft op een gore, vieze en lichamelijke manier twee mensen zodanig ontmenselijkt dat Mohammed Bouyeri korte tijd later, op 2 november 2004, in alle gelijkmoedigheid het slachtersmes in het lichaam van Theo van Gogh kon steken. Ondanks zijn haat en ondanks zijn sadistische neigingen wist Fawwaz nog wel zo bedachtzaam te formuleren dat de juristen waarschijnlijk het nakijken hebben. Zijn rauwe kreten dat Gods wil diende te geschieden, worden in een geseculariseerde maatschappij immers niet opgevat als een specifieke oproep aan een specifiek mensenkind om te wapen te lopen. Voor een bepaald soort moslims ligt dat anders. Alles wat er maar gebeurt, auto-ongelukken, Tsunami's, dijkdoorbraken, moordaanslagen, overlijden aan koorts - het is allemaal Gods wil, anders zou het niet gebeurd zijn. Wie gezegend is met het inzicht te weten wat Gods wil is, zal Gods wil doen. Dus is van Gogh vermoord, en Ayaan geëmigreerd. De parallel Maar nu het rare. De Jihad bestaat zo goed als de Holocaust. De geschiedenis van de Jihad is overvloedig wetenschappelijk gedocumenteerd. De kranten in het Arabische taalgebied staan er vol over. Er wordt vanaf kansels in Nederland tot Jihad opgeroepen. Er staan tientallen moslims wegens het voorbereiden van Jihad voor de Nederlandse rechter. De Jihad heeft zelfs binnen Nederland al tenminste één slachtoffer geëist. Maar de Nederlandse elite heeft de Turken en de Marokkanen leren kennen als vriendelijke gastarbeiders met petten en snorren. Zouden zulke brave mensen in staat zijn tot Jihad? Kom nou, dat kan zo niet zijn. Dus wordt de Jihad door de politiek correcte journalistieke en de politieke elite van Nederland volstrekt ontkend. Dat levert een mooie parallel op. De opiniërende elite van de islamitische wereld ontkent de Holocaust, en de opiniërende elite van het westen ontkent de Jihad. Beide elites denken dat degenen die hen tegenspreken, daar macabere motieven voor hebben. Wie bijvoorbeeld de Nederlandse mandarijnen erop wijst dat Jihad gewoon bestaat en landverraad is, kan erop rekenen verdacht te worden van racisme en wat al verder niet meer. Wie in een islamitische milieu de Holocaust als echt gebeurd beschouwt, kan erop rekenen ervan beschuldigd te worden dat hij een agent van het Zionisme is. Jihad keert zich niet alleen tegen regeringen die hun macht gelegitimeerd weten door iets anders dan de islam, maar ook tegen lakse moslims en tegen niet-moslims die de islam beledigen of kritiseren. De meeste moslims weten dat maar al te goed, en houden dus hun mond stijf dicht. Dat is hoogst vervelend, want zonder de steun van de moslims die een hekel hebben aan bedreigingen met moord en doodslag kunnen we de strijd tegen de moslims die zulke bedreigingen als een goddelijke opdracht zien, niet winnen. Gematigde moslims proberen de drift tot geweld die er in hun kring heerst te beteugelen door te vertellen dat Jihad niet alleen knokken is, maar ook de strijd tegen het kwaad dat ieder mens in zijn eigen hart heeft. Dat is hoopvol en sympathiek, maar het helpt niet zo erg. Het heeft zelfs een vervelende bijwerking, want in de propagandaoorlog proberen kwaadwillende moslims nu hun vijanden zand in de ogen te strooien door te betogen dat 'het rijke islamitische begrip Jihad' niet zo maar een synoniem van knokken en meppen is, maar staat voor zelfstrijd, voor spirituele oefening in het overwinnen van het kwaad in de eigen ziel. De brave lezers van de NRC zullen wel weer diep onder de indruk zijn, en vergeten daardoor de goedgedocumenteerde gruwelen die zijn voortgevloeid uit eeuwenlange Jihad in Europa, Azië en Afrika. Vanaf de zijlijn is het natuurlijk intellectueel hoogst bevredigend vast te stellen dat er sprake is van een wederzijdse ontkenning van Holocaust en Jihad. In de verhouding tussen het westen en de islamitische wereld is er, helaas, een ander probleem dat van groter direct belang is, en dat is het westerse gebrek aan vertrouwen in de eigen cultuur. Hetzelfde nummer van 4 november van de NRC geeft daar mooie voorbeelden van. Zo schrijft deze prachtkrant op p. 53: 'De drie pilaren van de Nederlandse cultuur: zekerheid, hebberigheid en amusement.' Het is meer de woordkeus dan de inhoud, want wat is er verkeerd met het streven naar zekerheid? Wat is er fout aan het proberen bezit te verwerven? Waarom is amusement taboe? In de islamitische wereld wordt ook naar deze dingen gestreefd, en heel wat hardhandiger dan in het Westen. Bovendien geeft Koran 106:2 en 4, hoe je de tekst ook uitlegt, welwillend toestemming om deze drie doelen na te streven. Het kan nog erger. Hetzelfde nummer van de krant schrijft over 'De leegte binnen de westerse samenleving'. Het stuk blijkt te gaan over een anthropologe, Mary Douglas, die betoogt dat er geen kloof is tussen 'primitieven' en 'modernen'. Behalve dan toch, als ik bij wijze van willekeurig voorbeeld een paar dingen noemen mag, dat 'primitieven' niet naar de tandarts en de opticien kunnen gaan, en dus altijd kiespijn hebben. Ze verkeren bovendien dus permanent in dezelfde toestand als wij wanneer we onze bril kwijt zijn. Ook is er een grappig verschil in levensverwachting. Weinig primitieven konden verwachten gezond de 65 jaar te halen. Hoe het mogelijk is vraag je je af, maar aan het einde van het artikel doet de krant er nog weer een schepje bovenop, en citeert de bejaarde menskundige Mary Douglas als volgt: 'Ik woon nu vlak bij het British Museum. Er was een tentoonstelling van calligrafie met de titel Word into Art. En ongeveer in het formaat van uw stoel was een beeld, een kooi met iets erin. Het was de Arabische letter H. In de catalogus werd uitgelegd dat H 'niets' betekent. Het beeld was 'niets' dat probeerde te ontsnappen. Een hedendaags Arabische commentaar op ons bestaan waarin we niets geloven en niets hebben. We proberen te ontsnappen aan het niets om ons heen. Dat is briljant.' Eerlijk, laten we wel wezen, dat is volstrekte wartaal. Het enige wat er nog van te snappen is dat er iets lijkt te zijn dat Arabieren beter weten dan wij, maar wat dat dan is, blijft helaas in het onzekere. Maar het zal de islam wel weer wezen. Wie, zoals de academische antropologie die door Mary Douglas werd beoefend, beweert dat alle culturen evenwaardig zijn, zegt in feite dat het uitvoeren van vrouwenbesnijdenis evenwaardig is aan het nalaten van deze praktijk, en dat vegetarisme evenwaardig is aan kannibalisme. Dat klopt natuurlijk niet. Een cultuur is een mozaïek van verschillende, eindeloos veel elementen. Sommige van die elementen deugen niet, daarom is de ene mozaïek beter dan de andere. Culturen zijn dan ook niet gelijkwaardig, culturen zijn sterk in waarde en effectiviteit verschillend. Culturen kunnen elementen bevatten die mensvijandig zijn. Ook kunnen culturen elementen bevatten die ongewoon waardevol zijn. Wat is nu het meest waardevolle en ongewone element uit onze westerse cultuur? Daarover hoeft niet lang te worden gestreden, dat is het vermogen om een fout te kunnen toegeven. Heel de westerse cultuur is daarvan doortrokken. Het is zowel voor de bètawetenschappen als het dagelijkse sociale leven van groot belang, dat een modern mens er zo weinig moeite mee heeft om te zeggen: 'Ik heb me vergist. Ik heb een fout gemaakt'. Voor een deel is dat te danken aan de christelijke erfenis die Europa heeft ontvangen. Kerken hebben bijna twee millennia mensen geoefend in het zeggen van 'Ik heb een fout gemaakt. Ik heb gezondigd. Sorry. Excuus. Pardon. Mea culpa.' Daarna beginnen we vrolijk weer opnieuw. Zelfs de Nederlandse tv-reclame werkt eraan mee dit besef levend te houden: 'Foutje. Bedankt.' Natuurlijk bestaan er ook ongezonde vormen van schuldbesef, en uiteraard is die kerkelijke schuldbelijdenis verregaand tot een automatisme geroutiniseerd. Maar wanneer het er op aan komt, hebben westerlingen hun vingeroefeningen gedaan, zijn in staat schuld te bekennen, en ontlenen er zelfs prestige aan wanneer ze ruiterlijk hun fout toegegeven hebben. Wanneer daarentegen, zoals in het Midden-Oosten, een cultuur het vermogen een fout te erkennen mist, gaan er rare dingen gebeuren. Wetenschappelijke vooruitgang is dan haast niet mogelijk, want wetenschap begint met het opsporen van fouten in wetenschap van vroeger. Het falsificatieprincipe van de filosoof Karl Popper is in feite een geseculariseerde vorm van de christelijke schuldbelijdenis. Er zijn dan ook tot op heden geen Nobelprijzen voor de bètawetenschappen in de islamitische wereld terecht gekomen. In de islamitische cultuur zouden allerlei individuen misschien natuurlijk best af en toe bereid zijn om een fout toe te geven. Maar als ze daar misschien zelf nog wel daartoe bereid zouden zijn, dan kunnen ze dat toch hun familie, hun buurt, hun laboratorium, hun bedrijf, hun volk of hun partij niet aandoen. Dus worden fouten hardnekkig verdoezeld, en komt het niet van een nieuw begin. Wie een fout toegeeft, ontleent daar in een islamitisch milieu in geen geval prestige aan. Het maakt hem niet gelukkig, maar juist ongelukkig. Fouten moeten worden ontkend. Kritiek die gericht is op het opsporen en verbeteren van fouten, valt dan ook altijd verkeerd. De moslimse trots op de Jihad en de westerse gegeneerdheid over de kruistochten illustreren het eigenlijk afdoend. De dialoog tussen het westen en de islam blijft dan ook heel beperkt. De moslims zeggen: 'Jullie zijn schuldig.' Daarop antwoorden westerlingen: 'Dat klopt'. Mocht het gesprek daarna nog worden voortgezet, dan worden partijen het toch meestal al snel eens dat de joden niet deugen. Daarna volgt er nog een rondje van ontkenning van de Holocaust en de Jihad, en nadat er weer eens excuus is aangeboden voor de kruistochten kunnen we weer naar huis. Ontkenning van de Holocaust en van de Jihad is in laatste instantie een gebrek aan waarheidsliefde. Geen fouten kunnen of willen toegeven is even zo goed een gebrek aan waarheidsliefde. Maar alleen wie de waarheid liefheeft, zal het wél-gaan in deze wereld. Zoiets staat er trouwens ook in de Koran. |
Denial. |